De eerste ontdekkingsreizigers kwamen voor een groot deel uit Portugal. Dit land werd door zijn grote buurman Spanje van de rest van Europa gescheiden. De Portugezen hadden zich noodgedwongen ontwikkeld tot uitstekende zeevaarders. De nau en het karveel waren kleine schepen die in staat waren om op ruige zee en zelfs over de oceaan te varen. Door de puntige zeilen en de vooruitgeschoven mast waren deze scheepstypen bovendien snel, en daardoor erg geschikt voor het drijven van handel.
Versterkte handelsposten
Op zoek naar nieuwe afzetmarkten en handelsproducten verkenden de Portugezen grote delen van de Afrikaanse kust en stichtten daar een soort handelsforten (feitorias). In zo’n goed verdedigde handelspost konden de Portugezen ook passerende schepen voorzien van proviand. Met elke nieuwe feitoria breidde het maritieme netwerk van het land zich dus verder uit. De Portugezen werden rijk door de hoge winstmarges die Afrikaanse producten met zich meebrachten. Het ging dan vooral om zout, slaven en goud.
Investeringen door koning en kooplui
De reizen rond Afrika en de zoektocht naar een route richting Azië wekte de interesse van vermogende ondernemingen en particulieren. Het economische klimaat van Europa in deze tijd stimuleerde het drijven van handel en het doen van investeringen. Ook risicovolle ondernemingen, zoals een lange zeetocht, konden in dit oververhitte klimaat rekenen op investeringen. Door de invoering van een taxatiesysteem genoten de handelaars de bescherming van koningen, die op hun beurt rijk werden van de handel. Zo werden de handelsondernemingen die ontstonden in veel landen al snel een nationale zaak van belang.
Op zoek naar veroveringen
Spanje bevond zich in de late Middeleeuwen op het toppunt van zijn macht en kunnen. De eeuwenlange, slopende Reconquista had alle Europese territoria van het land teruggewonnen van de Moorse Arabieren, welke zich naar Afrika hadden terugtrokken of zich gedwongen moesten bekeren. Het land had nu een overschot aan geharde soldaten, capabele officiëren en wapens. De bevordering en verspreiding van het christelijke geloof stond bovendien hoog op de agenda van de machtige kerk. De Spanjaarden begonnen, aangemoedigd door het succes van hun rivaal Portugal, ook met het stichten van kolonies in Afrika. Ook de annexatie van eilandgroepen in de Atlantische Oceaan was het gevolg van de Spaanse uitbreidingsdrang. Op de Canarische eilanden werd de inheemse Guanche-bevolking, welke nog in het stenen tijdperk leefde, verslagen en grotendeels genadeloos uitgeroeid.